Ingrediënten;
- Pakje bladerdeeg, merk kiezen wat je zelf lekker vind
- Appels, zure appels zijn het lekkerst.
- klontje echte boter
- eetlepel suiker
- snufje kaneelpoeder
Bereidingswijze;
Schil twee of drie kleine appels in kleine blokjes van ongeveer een dobbelsteentje. Was de stukjes appel even af onder een koude kraan en laat deze even drogen. Neem een koekenpan en smelt een klontje boter tot deze een beetje bubbelt en goudbruin word. De appelstukjes kunnen nu in de pan. En voeg een eetlepel suiker en een snufje kaneel toe. Schep dit regelmatig even om totdat de stukjes appel uit elkaar vallen. Haal dan de pan van het vuur en laat het even staan.
Leg de bladerdeeg netjes uit. Er zitten normaal gesproken 10 plakjes in. Ik gebruik ze zelf altijd allemaal. Let er wel op dat de bladerdeeg met de juiste kant op het aanrecht ligt om te ontdooien. Haal ook het papiertje er van af, anders moet je dit doen wanneer het ontdooid is, wat erg lastig is.
Wanneer de bladerdeeg ontdooid is, kun je de appel verdelen op de bladerdeeg. Ik maak er zelf altijd driehoekjes van. Dat maakt het dichtvouwen van de bladerdeeg makkelijk. Druk met een vork de zijkanten netjes dicht zodat je de tanden van de vork als ribbels zit zitten, anders lekt de appel er uit.
Leg een stukje bakpapier op de ovenplaat en verdeel de appelflappen netjes op de plaat en laat dit voor ca 30 minuten in een voor verwarmde oven op 200 graden.
Wanneer je de appelflappen uit de oven haalt laat deze dan even 10 minuten op de bakplaat rusten voordat je ze opdient. Eet smakelijk en let op, ze zijn nog heet.
Variatie;
Voor de liefhebber kun je er ook nog wat rozijnen en walnootjes doorheen mengen.
Een handje vol rozijnen is voldoende. Voor de walnoten, hak deze fijn. Laat de rozijnen en walnoten in de koekenpan even mee bakken wanneer je de appels er net in gedaan hebt.